Muziekacademie Anderlecht

Deeltijds Kunstonderwijs MUZIEK WOORD DANS

Beknopte historiek

OPRICHTING HOOFDSCHOOL

Voor 1 september 1968 bestond er omzeggens geen Nederlandstalig kunstonderwijs te Brussel. In 1967 werd het Koninklijk Conservatorium gesplitst in een autonome Nederlandstalige en Franstalige afdeling. Hier kon men echter als beginneling niet terecht.


Te Brussel waren voor september 1968 zestien Franstalige muziekscholen in de 19 gemeenten, maar geen enkele Nederlandstalige. Het Ministerie van Nederlandse Cultuur zag zich genoodzaakt in die leemte te voorzien en zelf een initiatief te nemen. Bij Koninklijk Besluit van 4 augustus 1967 werden er drie Nederlandstalige Rijksmuziekacademies met beperkt leerplan en twee Rijksscholen voor Beeldende Kunsten opgericht. Het princiepsbesluit over de oprichting door het Rijk van Nederlandstalige Kunstscholen werd genomen tijdens het beleid van de toenmalige Minister van Nederlandse Cultuur, Renaat Van Elslande.


In september 1968 opende Minister van Nederlandse Cultuur, Prof. dr. Fans van Mechelen, de Rijksmuziekacademie te Etterbeek, de Rijksschool voor Beeldende Kunsten te Koekelberg en de Rijksmuziekacademie te Schaarbeek. Na het tot stand komen van deze Rijksmuziekacademies zijn enkele gemeentebesturen overgegaan tot de splitsing van hun Muziekacademie in een autonome Nederlandstalige en Franstalige afdeling: Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Jette en Brussel.


FILIALEN SINT-PIETERS-LEEUW, ALSEMBERG, MOLENBEEK en HUIZINGEN

Na de officiële opening op 14 november 1969 van de Rijksmuziekacademie te Anderlecht bleek de wens van bepaalde gemeentebesturen in het Pajottenland om het bestaande muziekonderricht dat gegeven werd in de schoot van de plaatselijke fanfare of harmonie uit te bouwen tot een volwaardige opleiding.


Op 6 december 1969 verzocht het College van Burgemeester en Schepenen van Sint-Pieters-Leeuw de Minister van Nederlandse Cultuur de nodige schikkingen te willen nemen  om in de gemeente Sint-Pieters-Leeuw de oprichting toe te laten van een filiaal van de Rijksmuziekacademie Anderlecht. Op 25.05.1970 werd door de Minister een gunstige beslissing genomen.


Wat het filiaal Alsemberg betreft hadden er reeds tijdens de eerste weken van 1970 contacten plaats met de Minister van Nederlandse Cultuur, zijn Kabinetsadviseur Kamiel Verhaegen en wijlen Jan Boon, voorzitter van de commissie van toezicht Anderlecht. Een gunstige Ministeriële beslissing liet de gemeente Alsemberg toe met een muziekacademie te starten op 5 september 1970.


Op donderdag 1 oktober 1970 vond de plechtige opening plaats van de Rijksmuziekacademie - filiaal Alsemberg. Te Sint-Pieters-Leeuw gebeurde dat  op vrijdag 2 oktober.


Het aantal hoofdelijke leerlingen in het schooljaar 1970-1971 bedroeg op 15 oktober 1970 1.055 leerlingen : Anderlecht 455, Sint-Pieters-Leeuw 231, Alsemberg 369. (467 jongens en 578 meisjes). Het aantal cursisten bedroeg 1.666.


Op 16 juni 1971 werd de oprichting van het filiaal Molenbeek officieel bekendgemaakt. Op 15 oktober 1971 waren er 50 leerlingen (waarbij 79  cursisten) : notenleer (22), dictie (9), voordracht (6), piano (11), houten blaasinstrumenten (3), slaginstrumenten (3), ballet (23).


Op dinsdag 26 oktober 1971 werd het filiaal plechtig geopend. De inwijding had plaats voor een bomvolle zaal. Onder de personaliteiten bevonden zich de Ministers Frans Van Mechelen en Henri Fayat, Kabinetschef Johan Fleerackers, Kabinetsadviseur Kamiel Verhaegen, Bestuursdirecteur Germain Théatre, Adviseur  Jan Kestelyn, Inspecteur Jan Louel, Voorzitters Jan Boon en Mw. Soete-Van den Auweele, en nog vele anderen.


Op 4 mei 1971, deelde voorziter wijlen Jan Boon aan de commissie van toezicht te Anderlecht mee dat er bij beslissing van de Minister van Nederlandse Cultuur naast de oprichting van een derde filiaal te St-Jans-Molenbeek nog een vierde filiaal van de Rijksmuziekacademie Anderlecht opgericht werd te Huizingen. Op 1 januari 1972 zag de schoolbevolking er als volgt uit : 144 hoofdelijke leerlingen - 206 cursisten.


Gezien het succes en de omvang van de filialen te Alsemberg en te Huizingen werd bij Koninklijk Besluit met ingang van 1 september 1972 de academie te Alsemberg een autonome inrichting met filiaal te Huizingen. Directeur werd de heer August Langendries die voorheen deze functie waarnam aan de Stedelijke Muziekacademie van de stad Brussel.


GEBOUWENCOMPLEX ANDERLECHT

Tijdens de eerste drie jaren van het bestaan van de Rijksmuziekacademie te Anderlecht (1969-1972) kende deze Kunstacademie een ruime uitbreiding van disciplines en activiteiten.


Om alle cursussen muziek, woord en dans alsook de talrijke activiteiten in de beste omstandigheden te laten verlopen, werd door tussenkomst van wijlen Jan Boon in 1973 een tweede gebouw voor de academie aangekocht: het “Etablissement Stichelbaut”, gelegen aan de Kapittelstraat 7 en 9. Nadien werd ook het aanpalend gebouw aan de Kapittelstraat 11 aangekocht.


Een toenemend gebrek aan ruimte voor de twee bloeiende Nederlandstalige Kunstacademies (Muziek-Woord-Dans en Beeldende Kunsten) leidde tot aankoop van de gebouwen gelegen aan het Dapperheidsplein 7 en de drie aanpalende woningen in de Kapittelstraat nrs. 1, 3 en 5. Na grondige verbouwingen werd op 11 september 1975 het “Trefcentrum” - met polyvalente zaal, ontmoetingsruimte, lokalen voor vergaderingen, servicekeuken, sanitaire inrichting - dat onder toezicht van de twee Kunstacademies stond, officieel opengesteld.


Begin 1977 werd de concertzaal van de academie (de vroegere bioscoopzaal) grondig aangepast en verfraaid. De zaal (gelijkvloers en balkon) werd voorzien van 356 nieuwe zitplaatsen, podium en belichtingsinstallatie.


RECENTE EVOLUTIE

De staatshervorming die ons land kende en de oprichting in Vlaanderen van de ARGO de Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs zorgden vanaf 1988 voor nieuwe evoluties. De gebouwen aan de Kapittelstraat vallen onder de bevoegdheid van de Minister van Cultuur en worden beheerd door de VGC, de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel. Het hoofdgebouw  aan het Dapperheidsplein 5 valt onder het beheer van het GO!  Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap - Scholengroep Brussel.


Ferdinand De Poppe moest zijn ambt door ziekte in 1987 overlaten aan Omer Daman en vervolgens Jozef Lauwers die beiden leraars waren en gedurende korte tijd als interim-directeur fungeerden. Na het plotse overlijden van de heer Lauwers werd In 1989 Luc Bartholomeus aangesteld als directeur van de academie.


In 1998 werden binnen het GO! Scholengroepen opgericht. De Academie behoort sedertdien tot Scholengroep 8 of Scholengroep Brussel. Deze scholengroep heeft haar hoofdzetel te Evere gevestigd.en is financieel en materieel in grote mate verantwoordelijk voor zo’n 50 Brusselse instellingen en schooldomeinen. Ook de academies voor muziek, woord en dans van Etterbek en Schaarbeek en de academies voor beeldende kunsten van Etterbeek en Anderlecht behoren tot deze scholengroep.


De samenwerking met de gemeente Sint-Pieters-Leeuw (filialen Zuun en Top) werd recent (2013) hernieuwd. We blijven dus ook de volgende jaren lessen organiseren in de gemeentelijke basisschool ‘t Populiertje te Zuun en in het oude schoolgebouw aan de Topstraat.


In 1968 deed het gerucht de ronde dat ook te Anderlecht een Nederlandstalige Rijksmuziekacademie zou worden opgericht. Door toedoen van wijlen Jan Boon werd in 1968 door de Staat de vroegere bioscoop “La Vaillance” op het Dapperheidsplein 5 aangekocht en de commissie van toezicht over de Rijksmuziekacademie te Anderlecht opgericht.


Op 30 april 1969 werd aan de voorzitter van de commissie door de Heer Kamiel Verhaegen, Kabinetsadviseur bij de Minister van Nederlandse Cultuur, medegedeeld dat de Minister de directeur van de academie, Ferdinand De Poppe, had aangesteld. In juni 1969 werd in alle Nederlandstalige dagbladen, streekkranten e.a. het officiële nieuw, samen met uitvoerige interviews, bekendgemaakt : op 8 september 1969 opent de Rijksmuziekacademie te Anderlecht haar deuren.


Bij de officiële opening op vrijdag 14 november 1969 waren 700 cursisten of 467 hoofdelijke leerlingen ingeschreven.


Ferdinand De Poppe

Jan Boon

Teneinde de dichtbevolkte cursussen ballet in een vaste ruimte te laten plaatsvinden, werd door hogergenoemd Ministerie de kelderverdieping, die zich onder de zaal bevond, volledig aangepast. Deze ruimte werd voorzien van een parketvloer, spiegels en al het nodige materiaal voor het degelijk functioneren van deze cursus. Naast de balletzaal zijn er twee kleedkamers, een sanitaire installatie en een grote hal. De nieuwe lokalen werden op zondag 23 juni 1978 ingehuldigd.


Alle opgesomde gebouwen die gelegen zijn aan het Dapperheidsplein en aan de Kapittelstraat palen aan elkaar, zijn communicerend en vormen één gebouwencomplex. De dromen van wijlen Jan Boon - bezieler en voorzitter van de commissie van toezicht van beide Kunstacademies - gingen in vervulling.